Japan, N.-China, O.-Azië; 10-15 m.
Syn.: C. yedoénsis MAXIM..
Deze Aziatische haagbeuk komt zeer zelden echt op onze kwekerijen voor; het is een waardevolle sierboom of hoge struik met een weinig overhangende, zeer dunne twijgen. In het voorjaar is deze direct kenbaar aan de zilverachtige glans der zijdeachtig behaarde jonge twijgen en bladeren, waartegen de bruin-rode knoppen mooi afsteken.
Bladeren 4-8 cm lang, 3-5 cm breed met 10-15 paar zijnerven, in de zomer bovenzijde kaal, matglanzend groen, onderzijde lichtgroen, alleen langs de nerven behaard, eivormig, afgeronde bladvoet en soms met korte spitse top. Bloemen en vruchten zijn door mij niet waargenomen. Volgens REHDER: de ♀ bloemen in 5-7 cm lange katjes met behaarde steel; vruchtomhulsel eivormig of lang-eivormig, aan één zijde gezaagd, aan de andere zijde met een kleine lob.