Mantsjoerijse esdoorn Mantsjoerije, Korea; 6-10 m.
Vroeger kwam deze soort op onze kwekerijen meer dan nu voor; zeer waarschijnlijk wordt zij niet meer gekweekt, omdat jonge planten zeer gevoelig zijn voor strenge winters. Toch is het een zeer mooie, hoge struik of kleine boom, met een smalle, doch losse kroon, waarvan de pas ontloken bladeren bruin-rood zijn getint, terwijl in de zomer de donkergroene bladeren zeer mooi afsteken tegen de rode bladstelen en glanzend bruine twijgen. Ook in de nazomer is het een sieraad voor de tuin, daar dan de bladeren oranjerood zijn getint. Voor kleine tuinen, mits op een beschutte plaats uitgeplant, zeer aan te bevelen.
Bladeren zijn 3-delig, blaadjes 5-10 cm lang, bovenzijde donkergroen, kaal, onderzijde blauw-groen langs de middennerf behaard, eivormig tot ei-lancetvormig, het middenblaadje langer gesteeld dan de beide overige, deze bijna ongesteeld, aan de bladvoet afgerond, top spits toelopend, bladrand gezaagd.
Bloeit even na de bladontwikkeling met groen-gele bloemen in korte tuilen; vruchten met vleugel tot 3 cm lang; vleugels smal, onder een rechte hoek staand.
Kweekwijze door afleggen.