Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

zinderen

betekenis & definitie

UIT:
Brandstof voor het leven (Anniek van den Brand, Trouw, 31 augustus 2010)

CONTEXT:
"Naar onze smaak moet het nog meer ZINDEREN", zegt Knoop. Wat ze willen, weten ze heel goed. "Op een aanstekelijke, plezierige toon praktische kennis aandragen die mensen helpt grootse oplossingen te vinden voor alledaagse levensvragen."

:
gloeiend trillen, sprankelen

UITSPRAAK:
[zin-duh-ruhn]

WOORDFEIT:
Zinderen is 'gloeiend trillen' of 'trillen van de hitte' en in overdrachtelijke zin 'sprankelen': er klinkt een zekere opwinding en spanning in door. Etymologisch hangt zinderen samen met de woorden zengen 'schroeien' en sintel 'uitgebrand stuk steenkool'.