Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

zeloot

betekenis & definitie

UIT:
De krokodillentranen van Wilders (Abdelkarim El-Fassi, Wij blijven hier!, 21 april 2012)

CONTEXT:
Het is bovendien het bekende verhaal van de zoektocht naar de menselijkheid in de autochtone ZELOOT. Ook in het proces tegen Breivik viert deze obsessie hoogtij.

:
fanaat; (te) fanatiek voorvechter van bepaalde religieuze of ideologische opvattingen

UITSPRAAK:
[zee-loot]

WOORDFEIT:
Het woord zeloot komt al sinds de dertiende eeuw in het Nederlands voor. Het gaat via het Frans en het Latijn terug op het Grieks en is afgeleid van z�los '(wed)ijver, bewondering, afgunst'.
In het begin van onze jaartelling waren de zeloten een Joodse groepering van fanatieke gelovigen die zich met geweld verzetten tegen de Romeinse bezetting van Judea onder Herodes. Later werd zeloot een algemenere term voor allerlei onverdraagzame ijveraars voor een bepaalde religie, ethiek of ideologie.