Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

saprofyt

betekenis & definitie

UIT:
Toverchampignon ruïneert grasveld (Sarie Katsman, AD, 15 juli 2009)

CONTEXT:
"De toverchampignon is zo nieuw dat we nog niet veel over hem weten. Wel is duidelijk dat hij altijd voorkomt in combinatie met de mens, dus niet in de bossen. Het is een echte SAPROFYT, een vuilafbreker. De dijk waar die tuin bij dat huis in Woubrugge op ligt, is ooit opgehoogd met huisvuil. Heel diep in dat huisvuil heeft dus een spore gezeten en die heeft zich vermenigvuldigd en baant zich nu een weg naar buiten."

:
plant die leeft van rottend organisch materiaal

UITSPRAAK:
[sa-pro-fiet]

WOORDFEIT:
Het woord saprofyt bestaat uit twee Griekse woorden, namelijk sapros 'rot, rottend' en phuton 'plant'. Het is een benaming van organismen zonder bladgroen die leven van rottend organisch materiaal. Overigens moet dat woorddeel 'plant' ruim worden opgevat, want schimmels (waartoe paddenstoelen behoren) vormen een apart biologisch rijk naast onder meer planten en dieren.