Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

repliceren

betekenis & definitie

UIT:
Postuum Doeschka Meijsing: Vonkend en bijtend de pijn te lijf (Arjan Peters, de Volkskrant, 1 februari 2012)

CONTEXT:
'Competitief is een erg geruststellende beschrijving' voor hun omgang, schreef Doeschka; diepe angst en jaloezie kwamen dichter in de buurt. Waarop Geerten REPLICEERDE: 'In haar 100% chemie behandelt ze de Duitse familie van moederskant. Die interesseert mij ook al lang – dat onderwerp is dus weggekaapt.'

:
antwoorden, tegenwerpen

UITSPRAAK:
[ree-plie-see-ruhn]

WOORDFEIT:
Repliceren betekent in eerste instantie 'antwoorden', maar zoals uit het citaat al blijkt, klinkt er iets in mee van verweer, iets inbrengen tegen wat net gezegd is. Het woord gaat, net als het zelfstandig naamwoord repliek 'weerwoord', terug op het klassiek Latijnse replicare, dat onder meer 'terugvouwen, terugbuigen' betekende.