Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

quorum

betekenis & definitie

UIT:
Nederlaag Berlusconi in referendum (Nos.nl, 13 juni 2011)

CONTEXT:
Omdat de opkomst meer is dan de helft van de stemgerechtigden, is het QUORUM gehaald. Dat is een vereiste voor de geldigheid van het referendum.

:
vereist aantal stemmen of aanwezigen bij een (besluitvormende) vergadering

UITSPRAAK:
[kwo-rum]

WOORDFEIT:
Quorum is Latijn voor 'van wie' (de genitief meervoud van quis 'wie'). Het is in het Nederlands terechtgekomen via het Engels, waar het het eerste woord was van een zin die in de Middeleeuwen uitgesproken werd om commissieleden te benoemen: quorum vos (...) unum (duos, enz.) esse volumus 'van wie wij willen dat u er ��n (twee, enz.) bent'.
De grootte van het quorum verschilt per instelling of doel. In de Tweede Kamer is het quorum de helft van het aantal leden plus ��n: 76 dus. Om een synagogedienst te kunnen houden is het quorum tien mannen.