Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

probaat

betekenis & definitie

beproefd, zijn deugdelijkheid bewezen hebbend

uitspraak
[pro-baat]

citaat
"Mijn enige zorg is meermaals per dag te moeten kiezen uit honderd verschillende gerechten, het ene nog heerlijker dan het andere; een volle mond is ook een probaat middel tegen al te uitbundige vrijheid van meningsuiting, moeten ze hier gedacht hebben."
Bron: woordfeit
Het woord probaat wordt vrijwel altijd met middel gecombineerd: een probaat middel is een middel dat zijn werking in de praktijk bewezen heeft, een 'beproefd' middel.
Probaat is afkomstig van het Latijnse probatus 'beproefd, bewezen, deugdelijk', dat van probare 'keuren, beproeven, onderzoeken' komt. Dat werkwoord leeft onder meer in het Nederlands voort als proberen, dat aanvankelijk 'bewijzen' betekende, en later 'trachten te bewijzen, onderzoeken' en 'trachten, pogen'.
Op probare gaat ook het Franse prouver 'bewijzen' terug, waar ons woord proeven weer aan ontleend is; hierbij verliep de betekenisontwikkeling via 'onderzoeken, keuren' naar 'met de smaakzin keuren, smaak waarnemen'.