Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

mirre

betekenis & definitie

betekenis
soort hars, onder meer gebruikt als balsem

uitspraak
[mir-ruh]

citaat
"De drie wijzen namen voor het pasgeboren kindje wierook, mirre en goud mee. Goud is het symbool voor koningen, wierook voor Jezus' goddelijke afkomst en met mirre werd aangegeven dat dit kindje zou lijden in zijn leven."
Bron: Driekoningen, wat is dat eigenlijk ook alweer? (Omroep Gelderland, 6 januari 2016)

woordfeit
Volgens de overlevering brachten de drie koningen Jezus bij zijn geboorte goud, wierook en mirre. Dit waren symbolen voor rijkdom (goud), aanbidding en goddelijkheid (wierook) en lijden en sterven (mirre). Mirre was een bepaalde hars (van de mirreboom) waarmee in die tijd doden werden gebalsemd.
Het woord mirre komt via het Latijn van het Griekse murrha, dat hetzelfde betekende. Het Grieks heeft het ontleend aan een Semitische taal; het Semitisch is een taalfamilie waar onder meer het Hebreeuws, Arabisch, Maltees en Aramees toe behoren. De bron van het woord is een woord geweest dat 'bitter' betekende.