Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

meanderen

betekenis & definitie

kronkelen, slingeren, allerlei kanten op bewegen

uitspraak
[mee-an-duh-ruhn]

citaat
"Het resultaat is een dubbelportret waarin de lezer zelf bepaalt met welk land hij start. Draai het boek om en je komt uit in een ander deel van de wereld. De meanderende, zoekende stijl levert een verrassend portret op van de twee economische grootmachten."
Bron: woordfeit
Een meander is een lus, een kronkeling in een rivier. Het woord komt van de riviernaam Meander. Dit is een rivier in Turkije, ter plaatse Büyük Menderes geheten, die in de Oudheid al bekendstond om zijn grillige kronkelpatroon. De Griekse naam van deze rivier, Maiandros, is in het Nederlands Meander geworden.
Van meander is het werkwoord meanderen afgeleid. Dat betekent in letterlijke zin 'kronkelen, slingeren' (vooral gezegd van rivieren die zich bochtig door het landschap kronkelen) en in figuurlijke zin 'zich in allerlei richtingen bewegen'.