Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

lupineboon

betekenis & definitie

UIT:
De vegetarische slager (Kees de Vré, Trouw, 26 april 2010)

CONTEXT:
De LUPINEBOON is het geheim achter de producten van Jaap Korteweg. Met zijn hapjes, die amper van vlees te onderscheiden zijn, wil hij een groot publiek bedienen, ook de 'parttime-vegetariërs'. "Alles moet zijn geënt op smaak en beleving."

:
boon van de lupineplant

UITSPRAAK:
[lu-pie-nuh-boon]

WOORDFEIT:
De lupine is een plant uit de vlinderbloemenfamilie, die onder meer als veevoer wordt verbouwd. Van lupinebonen en lupinemeel wordt inmiddels ook gebruikgemaakt in de voedsel- en vleesvervangende industrie.
De peulen van de lupine zijn grijs behaard en daaraan dankt de plant waarschijnlijk zijn naam: de plantnaam Lupinus is afgeleid van het Latijnse lupus voor 'wolf'. De lupine heet ook wel wolfsboon.

< >