Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

HAVEZATE

betekenis & definitie

UIT:
'Tolhuisje moet bewaard blijven' (De Twentsche Courant Tubantia, 12 juli 2011)

CONTEXT:
Rijkens zegt dat voor zijn partij het behoud van landschap en waardevolle bebouwing tot de belangrijke speerpunten van het PvdA-beleid behoren. Zijn partij wil voorkomen dat hetzelfde gebeurt als met de voormalige HAVEZATE Heeckeren.

:
grote boerderij, hofstede

UITSPRAAK:
[ha-vuh-za-tuh]

WOORDFEIT:
Een havezate (of havezaat) was oorspronkelijk een landgoed of kasteel van een ridder; tegenwoordig wordt er een grote hoeve of boerderij mee aangeduid. Havezaten kwamen vooral voor in Oost-Nederland (Gelderland, Overijssel en Drenthe).
Het woord havezaat was een oostelijke variant van hovezaat, dat is samengesteld uit hof en zaat 'zitplaats, bezit', een afleiding van zitten.