Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

DEMASQUÉ

betekenis & definitie

UIT:
Afhaken, de proloog (Zin.nl, 16 september 2013)

CONTEXT:
Vergeefs probeerde ik mijn DEMASQUÉ goed te praten. �Minstens twaalf! Ik heb een blessure! Het gaat regenen!�, maar de groep was al weg.

:
afgang

UITSPRAAK:
[dee-mas-kee]

WOORDFEIT:
Een demasqué is letterlijk een 'ontmaskering': het sloeg vroeger op het moment waarop men bij een gemaskerd bal zijn masker afdeed en zijn 'ware aard' liet zien. Een ontmaskering dan wel demasqué roept de associatie op met 'betrapt worden' en 'door de mand vallen', of nog negatiever: 'ergens niet in slagen' – kortom: een 'afgang'.
Démasqué is het voltooid deelwoord van het Franse werkwoord démasquer 'ontmaskeren' (van dé- 'ont-' en masque 'masker'); in het Frans is het geen zelfstandig naamwoord.