Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

coherent

betekenis & definitie

betekenis
logisch samenhangend

uitspraak
[ko-hee-rent]

citaat
"In het Westen zien we 'religie' als een coherent systeem van vereiste geloofsopvattingen, instellingen en rituelen rond een bovennatuurlijke god."
Bron: 'Het geweld ligt niet aan de godsdienst, maar aan de menselijke natuur' (Gie Goris, MO, 2 september 2015)

woordfeit
Coherent is in de zeventiende eeuw in het Nederlands terechtgekomen. Het gaat (mogelijk via het Frans) terug op het Latijn, dat het werkwoord cohaerere 'samenhangen' kende, opgebouwd uit com- 'samen' en haerere 'aan iets vastzitten, blijven hangen'. Het tegenwoordig deelwoord daarvan was cohaerens; in de tweede naamval cohaerentis verschijnt de t die ook coherent heeft.