Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

charlatan

betekenis & definitie

oplichter, opschepper, iemand die liegt over zijn vaardigheden

uitspraak
[sjar-la-tan] of [sjar-la-tan]

citaat
“De Grey is een man die je, als je met het verkeerde been uit bed bent gestapt, vermoedelijk een charlatan zal noemen, maar ben je blijmoedig en in volledige balans ontwaakt, dan is hij de man die de deur naar de 22ste eeuw op een kier zet voor je.”
Bron: Ik ben gisteren 148 jaar oud geworden (James Worthy, Het Parool, 11 juli 2017)

woordfeit
Een charlatan is niet helemaal hetzelfde als een oplichter. Een oplichter probeert doorgaans mensen geld afhandig te maken met bedrog, een charlatan is eerder iemand die niet alle vaardigheden heeft waarover hij lijkt te beschikken (of waarover hij zegt te beschikken). In oudere teksten betekent charlatan vaak ‘kwakzalver’. Of, zoals het controversiële woordenboek Een Bloemhof van allerley lieflijkheyd van Adriaen Koerbagh uit 1688 het omschreef: “een kwaksalver, of land-loopend genees-meester, of liever genees-swetser”.
Charlatan komt via het Frans van het Italiaanse ciarlatano ‘oplichter, reizende koopman’. Dat woord is waarschijnlijk onder invloed van het werkwoord ciarlare ‘babbelen, zwetsen’ voortgekomen uit cerretano ‘kwakzalver, verkoper van aflaten’. Dit cerretano is een afleiding van de plaatsnaam Cerreto (di Spoleto); dat Italiaanse stadje was in de Middeleeuwen berucht om zijn kwakzalvers en oplichters.