Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

BEGIJN

betekenis & definitie

UIT:
Laatste begijn ter wereld overleden (NOS Nieuws, 14 april 2013)

CONTEXT:
In Belgi� is de laatste BEGIJN ter wereld overleden. De 92-jarige Marcella Pattyn overleed vannacht in haar slaap.

:
vrouw die haar leven aan het geloof wijdt maar niet tot een kloosterorde behoort

UITSPRAAK:
[buh-gijn]

WOORDFEIT:
Begijnen waren alleenstaande vrouwen die als geestelijke leefden zonder echt bij een kloosterorde te horen. Vaak leefden meerdere begijnen gemeenschappelijk in een begijnhof.
Begijn komt van het Oudfranse beguine, maar de herkomst daarvan is onduidelijk. Mogelijk was het een schimpnaam die te maken had met béguer 'mompelen, prevelen'; begijnen zouden maar wat mompelen en geen echte gebeden uitspreken. Een andere verklaring legt een verband met beige, de kleur van de sobere gewaden van ongeverfde wol die kloosterlingen vroeger soms droegen.