o. (-nen), door de gemeenteraad vastgesteld plan, waarin de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de geim ente wordt aangegeven.
© Het Ned. structuurplan is gebaseerd op de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Het plan bindt de burgers niet, maar vormt wel de grondslag voor het → bestemmingsplan. Voorts kan een zgn. voorbereidingsbesluit voor de bebouwde kom(men) van de gemeente gedurende ten hoogste drie jaar de basis bieden om vooruit te lopen op zo’n op te stellen bestemmingsplan, mits het voorbereidingsbesluit aansluit bij het structuurplan. Ook kan een aantal gemeenten te zamen een structuurplan voor hun gezamenlijk grondgebied maken. In het algemeen schetst het plan de gedachten die er bij het gemeentebestuur bestaan over de ontwikkelingsmogelijkheden van de gemeente. Daarbij wordt in grote lijnen inzicht gegeven in de ruimtelijke claims inzake de woningbouw, het verkeer en vervoer en de daarvoor benodigde infrastructuur, de agrarische activiteiten en andere vormen van werkgelegenheid zoals handel, diensten en industrie, het natuur- en landschapsbehoud en de openluchtrecreatie. Bij het structuurplan behoren een of meer kaarten waarin de ontwikkelingen zover mogelijk in beeld zijn gebracht.
In de Belg. Wet op de Stedebouw en Ruimtelijke Ordening komt het begrip structuurplan niet voor. Het heeft in België dan ook geen rechtsgeldigheid. Toch wordt het structuurplan in de Belg. gemeenten gehanteerd als visie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, waarbij aandacht wordt geschonken aan b.v. infrastructuur of woningbouw. Het structuurplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Het wordt zelfs - ondanks het ontbreken van juridische geldigheid - gebruikt voor het al dan niet toekennen van vergunningen. Er is een structuurplan voor het gehele Vlaamse Gewest in voorbereiding (1983).