Amerikaans ruimteveer. Volgens de aanvankelijke opzet, uit 1972, moest de eerste lancering van een Spaceshuttle in mrt. 1978 plaatsvinden.
Door allerlei oorzaken heeft het Spaceshuttleprogramma een vertraging van ruim drie jaar opgelopen. Een van de hoofdoorzaken was gelegen in de hoofdmotoren van de Spaceshuttle. Deze motoren moesten nieuw ontwikkeld worden. In tegenstellin tot de voorheen gevolgde procedure werden de losse onderdelen niet eerst apart uitputtend getest, maar direct gemonteerd, waarna de motor vervolgens in zijn geheel getest werd. Dit is een zeer ongelukkig besluit gebleken. O.a. door een voortdurend gebrek aan reserveonderdelen, ontstonden er grote vertragingen, terwijl ook de kosten sterk opliepen.
Een ander probleem vormden de hittebestendige tegeltjes die de Spaceshuttle moeten beschermen tegen de wrijvingshitte die ontstaat bij de terugkeer in de dampkring. Het monteren van de duizenden tegeltjes is uiterst arbeidsintensief. Bij een transport van de Spaceshuttle op de rug van een straalvliegtuig bleek dat er ca. 100 tegeltjes losgeraakt waren. Niet alleen moesten deze tegeltjes opnieuw geplaatst worden, ook moest de rest extra verstevigd worden. Desondanks bleken er na de lancering enige verdwenen te zijn, gelukkig niet van vitale plaatsen. Op 12.4.1981 werd de eerste Spaceshuttle, de Columbia, gelanceerd.
Na een ruimtevlucht van twee dagen landde het ruimteveer veilig in Californië. De Columbia werkte tijdens de vlucht vrijwel perfect. Aan boord waren John Young en Robert Crippen.