[<Eng.], m. (-s), computersysteem, waarvan de centrale verwerkingseenheid gevormd wordt door een microprocessor.
© Ter onderscheiding van de bestaande grote (‘mainframe’) computers werden de in de jaren zestig op de markt verschijnende kleinere systemen minicomputers genoemd. In navolging daarvan werden de in de jaren zeventig gerealiseerde systemen die de verwerkingsfuncties geconcentreerd hadden in één enkel chip, met de term microcomputer aangeduid. De voorvoegsels micro-, mini- en maxi(zoals de grote computers wel genoemd worden) hebben zowel betrekking op de afmetingen van de apparatuur als op de verwerkingscapaciteit. Door de enorme ontwikkelingen in de =s→ micro-elektronika kunnen steeds meer componenten samengebracht worden in een chip, waardoor het mogelijk is geworden microprocessoren met de capaciteit van een maxicomputer te fabriceren. Het onderscheid tussen micro-, mini- en maxicomputers vervaagt dan ook steeds meer.
