James Earl jr., Amerikaans politicus, *1.10.1924 Plains (Georgia). Carters presidentschap is geen succes geweest.
Men verwijt hem dat hij er nooit in is geslaagd een samenhangend beeld van Amerika’s problemen te krijgen. Sommige belangrijke initiatieven, zoals zijn in april 1977 ontvouwde energieprogramma waarin het Amerikaanse volk tot bezuinigingen werd aangespoord, werden in het Congres niet met de vereiste kracht aan de orde gesteld. Zijn economisch beleid veranderde met de noodzaak van het moment. Anderzijds vergrootte Carter zijn prestige in binnen- en buitenland door zijn aandeel in de Akkoorden van → Camp David en in de daaropvolgende ondertekening van het Egyptisch-Israëlische vredesverdrag in 1979. Eveneens in 1979 bereikte hij een akkoord met de USSR betreffende de beperking van de strategische kernwapens (sALT-2-akkoord). Inmrt. 1981 was dit akkoord echter nog steeds niet door het Amerikaanse Congres geratificeerd.
De Sovjetrussische inval in Afghanistan was hier mede de oorzaak van. Als protest tegen deze militaire actie trof Carter een aantal (slechts half geslaagde) economische sancties tegen de USSR, o.a. het verbod op de uitvoer van graan, en maakte tevens bekend dat de VS niet aan de Olympische Spelen in Moskou (1980) zouden deelnemen. Deze beslissing werd door het Amerikaans Olympisch Comité bekrachtigd. De aanvaarding door het Congres van de Panamakanaalverdragen vormde een ander succes voor Carter. Zijn mensenrechtenpolitiek heeft vooral in de beginperiode gunstige gevolgen gehad. Bevestiging van diplomatieke betrekkingen met de Volksrepubliek China was eveneens een positieve ontwikkeling.
De gijzelingsactie door Iraanse studenten in de Amerikaanse ambassade te Teheran (nov. 1979) zette Carter ertoe aan het Iraanse diplomatieke personeel uit het land te wijzen. Later kondigde hij economische sancties aan om zijn eis tot vrijlating van de Amerikaanse gijzelaars kracht bij te zetten. In 1980 werd Carter door de Democratie Party opnieuw als presidentskandidaat aangewezen, maar hij leed een zware nederlaag tegen R.Reagan.