m. (-s), programmeerbaar elektronisch rekenapparaat.
© De computer maakt een snelle ontwikkeling door. Dit geldt enerzijds voor het gebied van de computertechnologie, anderzijds voor het gebied van de computertoepassingen en dan nog niet eens zozeer in de vorm van nieuwsoortige toepassingen als wel voornamelijk in de verbreiding van de toepassingen.
TECHNOLOGIE Ontwikkelingen op het gebied van de hardware zijn o.a. de kleurenbeeldschermterminal, de → beeldplaat en het magnetische → bellengeheugen. Daarnaast leiden de ontwikkelingen in de micro-elektronika tot steeds snellere, kleinere en vooral ook goedkopere computers. De prestaties van de microcomputers benaderen al die van hun grote soortgenoten (de zgn. mainframe-computers). De woordlengte van de → chip is al opgevoerd tot 16 bits. De → software gaat steeds meer rekening houden met het gemak van de gebruiker. Zo wil men de computer programmeerbaar maken in dagelijkse taal en niet meer alleen in een programmeertaal (voor microcomputers vaak BASIC).
Men streeft ernaar het programmeren niet langer een ‘kunst’ te laten zijn, maar de programma’s logisch op te bouwen uit standaard bouwstenen; in dit verband spreekt men wel van ‘software-engineering’. Ook ontwikkelt men technieken voor patroon- en → spraakherkenmng. Veel aandacht wordt besteed aan het samengaan van informatieverwerking en communicatie. Dit speelt m.n. een rol bij het tot stand komen en functioneren van ^computernetwerken.
TOEPASSINGEN Door het beschikbaar komen van goedkope, kleine computers gaat ook het middenen kleinbedrijf over tot automatisering. In grote organisaties worden vaak al verscheidene computers ingezet met elk hun eigen taak. Door de ontwikkeling van speciale, zeer snelle schrijfmachines (print wheel, daisy wheel) die gekoppeld kunnen worden aan tekstverwerkende apparatuur, treedt er een radicale verandering op in het secretariële werk.
In de industrie worden computers gebruikt voor administratieve taken (o.a. voorraadbeheer), maar ook direct in de produktiefase. In de petrochemische industrie en in kerncentrales worden zij b.v. gebruikt voor de procesregeling, in de grafische industrie voor het computerzetten. Ook in de gezondheidszorg wordt de computer steeds meer buiten de administratieve sfeer ingezet, b.v. bij de patiëntbewaking en de → computertomografie. Verder zijn er experimenten gaande met computerdiagnostiek. De patiënt zit dan achter een terminal en beantwoordt vragen van de computer. Zijn antwoorden bepalen welke vragen de computer vervolgens stelt enz.
Op deze wijze komt de computer tot een lijst van mogelijke diagnoses (vaak met een indicatie van waarschijnlijkheid). Een soortgelijke wisselwerking tussen computer en mens wordt toegepast in het onderwijs (de zgn. computer assisted instruction, CAI); m.n. in het onderwijs van doofstommen zijn hiermee frappante resultaten behaald (→ man-computersysteem).
Ook in de (exacte) wetenschappen speelt de computer een steeds grotere rol. Enerzijds als rekenhulpje, anderzijds als vergroter van de mogelijkheden, b.v. bij het doorrekenen van uitgebreide mathematische modellen. Er zijn gebieden in de wetenschap waar zonder computer vrijwel geen vooruitgang meer mogelijk is. Zo heeft de invoering van de quantummechanica tot gevolg gehad dat de mathematische beschrijving van atomaire verschijnselen zeer veel complexer geworden is. De daarbij optredende differentiaalvergelijkingen zijn in het algemeen niet exact op te lossen, maar de oplossing kan wel numeriek benaderd worden. Voor benaderingen die zo goed zijn dat daaraan een fysische betekenis mag worden toegekend, zijn zoveel berekeningen nodig dat een computer onmisbaar is.
Een ander aspect van de quantummechanica is dat de uitkomsten van zijn berekeningen altijd statistisch van aard zijn (de kans dat een deeltje dat en dat doet is...). Dit houdt in dat de experimentele verificatie van theoretische uitspraken moet gebeuren aan de hand van grote aantallen waarnemingen, die weer statistisch verwerkt moeten worden. Vele metingen gebeuren on-line, d.w.z. de computer is direct verbonden met de meetinstrumenten. Bij de experimenten van de hoge-energiefysica (b.v. bij het CERN te Genève met de 500 GeV-versneller) leveren de waarnemingen vele duizenden foto’s, waartussen zich mogelijk één fysisch interessante bevindt. Het schiften van deze foto’s kan met behulp van patroonherkenningstechnieken door de computer gedaan worden.
Computers spelen een belangrijke rol bij de ver- en bewerking van signalen, b.v. bij het omzetten van de signalen van een radiotelescoop. De Westerbork Synthese Radiotelescoop levert als uitgangssignaal een op zichzelf nietszeggende amplitude-faseverdeling aan de hemel en daarnaast nog een groot aantal data over het instrument zelf (o.a. posities van de verplaatsbare telescopen). Al deze gegevens samen worden door een computer omgezet in een wel interpreteerbare helderheidsverdeling aan de hemel. Hiertoe zijn vele honderdduizenden bewerkingen nodig (m.n. fouriertransformaties). Ook de fraaie opnamen die b.v. de ruimtesondes Voyager 1 en 2 maakten van Jupiter en Saturnus, werden niet in deze vorm ontvangen. De binnenkomende signalen moesten eerst een uitgebreide bewerking ondergaan om vervormingen en storingen tijdens het overzenden te corrigeren (→ beeldbewerking),