v. (-n), ziekte van het bloed of van organen die bloed vormen.
© Dank zij belangrijke ontwikkelingen die de laatste jaren gaande zijn op het gebied van de behandeling van kwaadaardige bloedziekten zijn de overlevingskansen van mensen die lijden aan deze ziekten duidelijk toegenomen. Daartegenover staat dat de frequentie waarmee bloedziekten als leukemie en de ziekte van Kahler worden geconstateerd, de laatste jaren ook is toegenomen. Deze toename berust o.a. op de verbeterde diagnostiek en op de sterk verbeterde mogelijkheden tot bestrijding van infectieziekten. Vroeger overleden patiënten met kwaadaardige bloedziekten veelal aan een infectieziekte, voordat de ziekte zich openbaarde.
De leukemie had aanvankelijk een zeer slechte prognose. M.n. bij acute leukemie was de levensverwachting slechts enkele maanden. Patiënten met chronische myeloïde en die met chronische lymfatische leukemie overleden resp. binnen 3 en 5 jaar nadat de ziekte was herkend. De levenskansen bij alle vormen van leukemie, maar vooral bij de acute vorm zijn nu echter (speciaal bij kinderen) sterk toegenomen. Soms is er zelfs sprake van genezing. De behandeling bestaat uit het toedienen van bijnierschorshormonen en celgroeiremmende middelen (cytostatica); ook wordt wel bestraling toegepast. Belangrijk is de ondersteunende therapie met transfusies van bloed of uit bloed afgescheiden componenten (zoals rode en witte bloedlichaampjes en bloedplaatjes) en de bestrijding van infecties met antibiotica.
Een behandeling die nog in een experimenteel stadium verkeert is de beenmergtransplantatie. Hierbij is het de bedoeling dat bij de patiënt alle zieke beenmergcellen worden gedood (het is nu nog onvermijdelijk dat daarbij ook een deel van de gezonde cellen wordt gedood), waarna de patiënt via een injectie, een nieuwe voorraad beenmergcellen krijgt. Voorlopig wordt algemene toepassing van deze methode nog bemoeilijkt door problemen bij het vinden van geschikte donors.
Ook de ziekte van Kahler leidt door de verbeterde behandelingsmethoden niet meer in alle gevallen binnen twee jaar tot de dood. Ook hier wordt een therapie toegepast met celgroeiremmende middelen, bijnierschorshormonen en eventueel bestralingBij de ziekte van Hodgkin is de prognose afhankelijk van het stadium waarin de ziekte zich bevindt. Men onderscheidt vier stadia. Bij stadium 1 (één lymfknopengroep is aangedaan) en 2 (twee of (heer bij elkaar gelegen lymfknopengroepen van de bovenste öf de onderste lichaamshelft zijn aangetast) bestaat de behandeling uit bestraling. Door de sterk verbeterde bestralingstechnieken is de prognose uitmuntend geworden; vaak wordt een volledige genezing bewerkstelligd. Bij stadium 3 en 4 (de ziekte is al door het gehele lichaam verspreid) worden bestraling en celgroeiremmende middelen (vaak in combinatie) toegepast. Ook hier is de levenskans verbeterd en het aantal genezingen gestegen.