Ook wel Mariëndal (Vallis S.
Mariae) genoemd. Premonstratenzer klooster bij Tzummarum, gesticht in 1182 als eerste dochter van Mariëngaarde. Gestart als dubbelklooster; kon pas als abdij in de orde worden opgenomen toen in 1186 voor de nonnen een eigen complex bij Baaium werd gesticht. In 1234 werd Mariëndal landinwaarts verplaatst. Behalve Monnikebajum stichtte Lidlum in de tweede helft van de 13e eeuw het klooster Vinea Domini alias 't Zand bij Pingjum, dat de status van proosdij kreeg. Lidlum behoorde met Ludingakerke en Bloemkamp tot de grootste en rijkste kloosters van Westergo. Zijn kanunniken waren vooral actief in de parochiële zielzorg. Veel van Lidlums geschiedenis is overgeleverd in de laat 16e-eeuwse kroniek van zijn kanunnik Sibrandus Leo, die zelf ook als pastoor werkzaam was. Na de verwoesting van het kloostercomplex in 1572 door de geuzen verbleven de broeders in het refugiehuis te Franeker of op de pastoriën. Opgeheven in 1580.Zie: Lambooij, H.Th.M., Sibrandus Leo en zijn abtenkronieken van de Friese premonstratenzerkloosters Lidlum en Mariëngaarde (2008) 154-159; Roblesatlassen 139-143.