Aanduiding voor een verhoogde huisplaats of terp in het kleigebied van Fryslân.
Zoals uit talrijke met dit bestanddeel samengestelde namen blijkt, was het zeer algemeen in gebruik in de vroege en hoge middeleeuwen. Pas later (er wordt gesproken over het einde van de 11e eeuw) is het in het dagelijkse spraakgebruik vervangen door terp. Mogelijk vond die vervanging plaats doordat het accent sterker op de bebouwing van de terp kwam te liggen en minder op het karakter van een voor vee afgesloten deel van zo'n kunstmatige hoogte of het erop aangelegde perceeltje akkerland wat voordien het geval was. Die verandering in woordgebruik vond niet plaats in Groningen, waar de van werd afgeleide variant wierde de normale aanduiding voor een terp bleef. Helemaal onbekend was dat woord ook later niet in Fryslân, maar het werd wellicht verward met wier (iets dat in Groningen met wier uit weer (& Wer), trouwens wel gebeurde). Het namenbestanddeel werd/wert gaat terug op ofr. werth dat uit Germ. wurthi ontstond. Daarnaast bestond een vorm wurth die tot woerd en oerd leidde. Ook die varianten komen in Friese plaatsen veldnamen voor.
Veel namen met werd kregen een voorop geplaatst toelichtend element. Wanneer dat eindigde op een /a/ ontwikkelde ‘werd' zich tot /aard/ en soms zelfs verder tot /rd/, zoals Berdawerth (1417) tot Burdaard leidde, Cubawerth (1275) tot Kûbaard en Alaerd (1458) tot Laard enz. Beïnvloed door het woord ‘waard' ontstonden, vnl. in Ned. context, naamsvarianten met -ward (Bolsward) of -warden wanneer het meer dan een terp betrof (bijv. Leeuwarden). De /w/ kon ook wel verdwijnen, bijv. in Hemert, Meamert, Rewert. Oorspronkelijk werd met het woord werth een erfafscheiding bedoeld die uit in elkaar gedraaide twijgen bestond. Daarmee werd beoogd te voorkomen dat het vrij op de kwelder los lopende vee de akkertjes op de terp of op de flanken ervan ook zouden begrazen.
Die betekenis komt goed overeen met die van het woord ‘wurtheaccher' dat, verwijzend naar een bezit in Fryslân, in de negende eeuw wordt genoemd. Dezelfde betekenis wordt ook aan het oude Drentse ‘woerd' (oude tuinpercelen) toegekend. Het gebruik van ‘werd' heeft, anders dan men vroeger wel meende, niets te maken met de grootte van een terp. In het algemeen kan worden gesteld dat namen met werd niet tot de oudste twee typen terpnamen behoren (& Heem; Ing). Het relatief veel voorkomen van het type onder de terpnamen in Noord-Oostergo heeft te maken met de fase waarin grote delen van het gebied in cultuur werden genomen. Namen met werd maken ongeveer 25% uit van ca. 800 overgeleverde verschillende terpnamen (die met heem, ing, werd, wier en terp).
Zie: Terpnamen 145-197.