Tril, m. gmv. aan of op den - gaan, lanterfanten.
*-GRAS, o. zek. plant.
*-LEN, ow. gel. (ik trilde, heb getrild), beven, sidderen, rillen.
*-LING, v. het trillen.
*-LIOEN, o. duizendmaal duizend billioen, millioen van den derden rang.
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Tril, m. gmv. aan of op den - gaan, lanterfanten.
*-GRAS, o. zek. plant.
*-LEN, ow. gel. (ik trilde, heb getrild), beven, sidderen, rillen.
*-LING, v. het trillen.
*-LIOEN, o. duizendmaal duizend billioen, millioen van den derden rang.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: