Teelbal, m. (-len), (ontl.) zaadbal.
*...DEEL, o. (-en), schaamdeel.
*...DRIFT, v. gmv. natuurlijke aandrift tot voortteling; voorttelingsvermogen.
*...LAND, o. (-en), bebouwbare grond.
*...LID, o. (...leden), (ontl.) mannelijk schaamdeel.
*...MAN, m. (...lieden), bouwman.
*...SAP, o. (-pen), zaad.