Gepubliceerd op 04-08-2020

Ingreep

betekenis & definitie

Ingreep, v. (...epen), het ingrijpen; gewelddadige aanmatiging (van gezag enz.); inbreuk (op een regt, eene wet enz.).

*...GRIFFELEN,
*...GRIFFEN, bw. gel. met eene griffel insnijden; inenten.
*...GRIJPEN, bw. ong. in iets grijpen, de hand steken (in iets); inbreuk maken (op de regten van iem.); deze raderen grijpen (vallen) met hunne tanden goed in.
*...GROEIJEN, (B. ...IEN), ow. ong. doorgroeijen; magerder worden zoodat een te wijd kleedingstuk later zal passen.
*...GROEN, bn. zeer groen.
*...GROEVEN, bw. gel. met groeven insnijden, uitgroeven.
*...GULPEN,
*...GOLPEN, bw. gel. met groote teugen drinken.