Gepubliceerd op 04-08-2020

Gebeef

betekenis & definitie

Gebeef, o. het beven; rilling.

*...BEEND, bn. beenen -, beenderen hebbende.
*...BEENTE, o. gmv. beenderen (van eenen mensch of een dier); doodsbeenderen; (fig.) stoffelijk overschot; graf; tot in het -, diep ingeworteld; schielijk in het - leggen (eenen haas) geheel en opeten.
*...BEFT, bn. eene bef om den hals hebbende.
*...BEKT, bn. van eenen bek voorzien; (fig.) stijf -, moeijelijk te overtuigen; spits - zijn, scherp van tong zijn, scherpe taal spreken; ieder vogel zingt zoo als hij - is, ieder doet volgens zijne gewoonte.
*...BELGD, dw. beleedigd.
*...BERGTE, o. bergreeks, bergketen; bergachtige landstreek.
*...BETEN, dw. zie BIJTEN. -, bn. (fig.) boos, vertoornd; * zijn op iem.
*...BEUK, o. het beuken; aanhoudende slagen.