Gareel, o. (-en), de touwen waarin de paarden (voor een rijtuig) bespannen zijn, greel, haam; (fig.) huwelijksband; (fig.) in hetzelfde - loopen, altijd te zamen zijn.
*-TUIGMAKER, m. (-s).
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Gareel, o. (-en), de touwen waarin de paarden (voor een rijtuig) bespannen zijn, greel, haam; (fig.) huwelijksband; (fig.) in hetzelfde - loopen, altijd te zamen zijn.
*-TUIGMAKER, m. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: