Galm, -m. gmv. voortdurend geluid; vreugde-.
*-EN, ow. gel. (ik galmde, heb gegalmd), eenen - (een geluid) geven; deze zaal galmt vreeselijk. -,
*-ING, v.
*-GAT, o. (-en), geluidgat in eenen klokketoren.
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Galm, -m. gmv. voortdurend geluid; vreugde-.
*-EN, ow. gel. (ik galmde, heb gegalmd), eenen - (een geluid) geven; deze zaal galmt vreeselijk. -,
*-ING, v.
*-GAT, o. (-en), geluidgat in eenen klokketoren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: