Gepubliceerd op 04-08-2020

Bakloon

betekenis & definitie

Bakloon, o. (-en).

*...MEESTER, m. (-s), opzigter over het eten der matrozen.
*...OVEN, m. (-s). -GAT, o. (-en).
*...PAN, v. (-nen).
*...REGT, o. (-en), (oudt.) regt om zijn eigen brood te bakken; geld dat men daarvoor betaalde.
*...SCHOL, m. (-len), schol geschikt om te bakken. -LETJE, o. (-s).
*...SEL, o. (-s), het gebakkene; alle -s en brouwsels zijn niet gelijk, alles valt niet op dezelfde wijze uit.
*...SLEDE, v. (-n), groote slede, russische narrenslede met banken.
*...SLAG, v. (zeew.) gevlochten touw aan de ra.
*...SLAGERIJ, v. (-en), vechtpartij.
*...SNOEK, m. (-en).
*...TONG, v. (-en).
*...SPIER, o. (-en), (op schepen).
*...STAG, v. (-gen), zie BAKSLAG.
*...STAGKOELTE, v.
*...STAGWIND, m. (-en).
*...STEEN, m. (-en), gebakken steen; als een -, zwaar, log.
*...TAND, m. (-en), kies.
*...TROG, m. (-gen).
*...VISCH, m. gmv.
*...WAGEN, m. (-s), groot voertuig met banken.