Nicolaas Klei

Auteur van o.a." Tot op de bodem" (2005)

Gepubliceerd op 21-06-2017

Beaujolais

betekenis & definitie

Wijngebied in Oost-frankrijk, onder bourgogne, waar het volgens veel beaujolaisproducenten, maar geen enkele Bourgogneboer, deel van uitmaakt.Beaujolais heet naar Beaujeu, een stadje dat er al sinds de tiende eeuw staat, en lang daarvoor al hadden de Romeinen wijngaarden aangeplant.

De rode druif was in ieder geval in veertiende eeuw al gamay en dat is nog steeds zo. Beaujolais is gamay. Zo’n 98 procent van de wijngaarden is ermee beplant. Op een enkele verdwaalde pinot noir na bestaat de overgebleven twee procent uit chardonnay voor de zeldzame beaujolais blanc. Voor de karakteristieke manier van wijnmaken zie macaration carbonique.

Beaujolais is er in nouveau, bojo-zonder-meer, beaujolais-villages, en, boven aan de ladder, de tien cru’s: brouilly, côte de brouilly, chénas, chiroubles, fleurie, juliénas, morgon, moulin-à-vent, regnié, st-amour. Hun verschillende karakters bestaan meer op papier dan in de fles: de meeste beaujolais smaakt eenvormig naar snoepjesfruit door het enthou-siast gebruik van laboratoriumgisten. Slechts bij de beste wijnboeren, zie bende zonder zwavel en jules chauvet, proef je de ware beaujo-lais, een vrolijke en feestelijke vriendenwijn die verslavend lekker is.Geváárlijk lekker zelfs.

Zeker ter plaatse, want Beaujolais is het gebied van het gulle drinken. En bij een glaasje hoort een hapje. En vice versa. Het mooist zijn de lekkerbekken van de Beaujolais beschreven in het boek La bonne cuisine et les autres van Pierre-Marie Doutrelant (helaas niet meer in de handel). ‘Vertel het niet aan m’n moeder,’ begint Doutre-lant z’n hoofdstuk over de Beaujolais, ‘maar ik ben weer bij die smulpapen, die zuipschuiten, die vreetzakken uit de Beaujolais geweest.’ Op bezoek bij een beroemde worstenmaker (moet Bobosse geweest zijn, zeggen ze) weerstaat Doutrelant even het glas wijn dat automatisch voor ’m wordt neergezet, en grijpt zich vast aan een kopje koffie. De worstenmaker vertelt hoe het zit met de ware andouilette (pensworst) en leegt na elke volzin z’n glas. ‘U zult toch niet zo onvriendelijk zijn om te weigeren een slokje te proeven?’ ‘Een vinger dan.’ Maar begin met een bodempje van een vinger en voor je het weet krijg je de hele hand. Een fles waar een bodempje uit geschonken is, die moet leeg tot op de bodem.

En dan is de andouilette klaar, en je kunt natuurlijk geen andouilette eten zonder er wijn bij te drinken, dus waar is de kurkentrekker?De plezierigste streek om te bezoeken, en de gevaarlijkste. Ik troost me altijd nog eventjes met de gedachte dat een bezoek begint met een wande-ling door de wijngaarden. De wandeling door de kelder is al minder goed te verkopen als bevorderlijk voor de lijn. En dan komen de worstjes en hammen van het eigen scharrelvarken op tafel, rauwmelkse kazen, heerlijk brood – allemaal als inleiding om aan tafel te gaan, waar de paarden-bloemblaadjessalade met ei en spekjes al wacht... En nog veel meer maar dat verzint u zelf maar. Ik ga een magnum morgon ontkurken.