Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 07-07-2020

Mitose

betekenis & definitie

Celdeling, proces waardoor een cel zich splitst in twee dochtercellen

Alle meercellige organismen groeien door vermeerdering van hun cellen, dat wil zeggen mitose. De celdeling is een sterk gereguleerd proces bestaande uit een aantal nauwkeurig op elkaar afgestemde fases. Als de controle op de celdeling niet goed is, bijvoorbeeld door mutaties in genen die de celdeling reguleren, kan ongecontroleerde celgroei ontstaan: een tumor.

De mitose wordt onderverdeeld in vijf fases: interfase, profase, metafase, anafase en telofase. De interfase is de periode tussen twee celdelingen. Dit is de fase van normale fysiologische activiteit; de chromosomen zijn niet zichtbaar want ze liggen ontwonden in de kern, behalve het heterochromatine. DNA-replicatie (chromosoomverdubbeling) vindt plaats tijdens een bepaald onderdeel van de interfase, het S-stadium, als de cel zich voorbereidt op een celdeling. Tijdens de profase wordt buiten de kern, aan beide polen van de cel, een spoelfiguur (in het Engels genoemd aster) gevormd vanuit de centriolen. Deze bestaat uit een netwerk van microtubuli. Tijdens de metafase verdwijnt de kernmembraan en rangschikken de chromosomen zich in het equatorvlak van de cel. Dit is het stadium waarin de chromosomen een kenmerkende vorm hebben en gemakkelijk onder de microscoop bekeken kunnen worden. Tijdens de anafase komen de zusterchromatiden los van het centromeer en worden uit elkaar getrokken. In de telofase wordt een nieuwe kernmembraan gevormd en deelt de cel zich (cytokinese).

Waarschijnlijk is meiose (reductiedeling die ten grondslag ligt aan de vorming van geslachtscellen) bij de oorsprong van de eukaryoten ontstaan uit de mitose. Eiwitten betrokken bij de eukaryotische mitose en meiose hebben een voorloper bij bacteriën.