Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 07-01-2020

Meiose

betekenis & definitie

Proces van twee op elkaar volgende kern- en celdelingen die gepaard gaan met slechts één ronde van DNA-replicatie (chromosoomverdubbeling) zodat er uit een diploïde cel haploïde dochtercellen ontstaan, de geslachtscellen

Bij de meiose wordt het aantal chromosomen per cel gereduceerd van 2n (diploïd) naar n (haploïd). In het Nederlands heet de meiose dan ook reductiedeling. Meiose is kenmerkend voor Eukaryota.

De twee opeenvolgende delingen van de meiose worden meiose I en meiose II genoemd. Zowel meiose I als meiose II worden onderverdeeld in profase, metafase, anafase en telofase. Tussen de telofase van meiose I en de profase van meiose II gaan de cellen uit elkaar (cytokinese) maar er is geen interfase.

Als meiose I begint heeft de DNA-replicatie en chromosoomverdubbeling al plaatsgevonden. Profase I duurt langer dan gebruikelijk en wordt onderverdeeld in vijf stadia. De homologe paren van de verdubbelde chromosomen gaan in het equatorvlak tegen elkaar aan liggen en worden met elkaar verbonden met behulp van specifieke eiwitten, zogenoemde synaptonemale complexen. Vervolgens wisselen de chromosomen DNA met elkaar uit door middel van “crossing over”. Dit leidt tot nieuwe combinaties van genen die voorheen op verschillende chromosomen lagen (recombinatie). Na meiose I hebben zich twee kernen en meestal ook twee cellen gevormd die zonder interfase en zonder DNA-replicatie nogmaals een deling ondergaan (meiose II). Zo ontstaan in principe vier haploïde cellen.

Bij de mannelijke geslachtscellen rijpen alle vier haploïde cellen uit tot spermacellen, maar bij de celdelingen van het ei wordt het cytoplasma verdeeld over een grote en tweemaal een kleine cel; de grote cel ontwikkelt zich tot eicel; de twee kleine cellen (“poollichaampjes”) verdwijnen. Overigens wordt de afscheiding van het laatste poollichaampje vaak uitgesteld tot na de bevruchting.