Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 20-10-2019

Domesticatie

betekenis & definitie

Het door kunstmatige selectie kweken en fokken van planten en dieren om ze aan te passen aan de behoeftes van de mens

Domesticatie omvat het selecteren en kweken van planten als voedingsgewassen, en het houden en fokken van dieren om te dienen als gezelschapsdier, lastdier, trekdier of dier voor de melk- en vleesproductie.

Opvallend is dat lang niet alle planten en dieren geschikt zijn om te worden gedomesticeerd. In het Midden-Oosten groeiden vele grassoorten (einkorn, emmer) die gemakkelijk gekruist en geselecteerd konden worden en er liepen dieren rond zoals ezels en runderen die zich qua gedrag goed leenden voor domesticatie. In andere gebieden, bijvoorbeeld Australië, waren zulke geschikte soorten niet beschikbaar. Dit biogeografische feit heeft volgens de Amerikaanse ecoloog Jared Diamond belangrijk bijgedragen aan de culturele verschillen tussen menselijke bevolkingen ter wereld.

Waarschijnlijk maakte de mens aanvankelijk gebruik van natuurlijke variatie, spontane mutaties of hybridisaties bij wilde planten en dieren, waarop vervolgens verder werd geselecteerd. Onze tarwe is het resultaat van twee hybridisaties, gevolgd door genoomduplicaties, waardoor een plant ontstond met grote zaden. Maïs is het resultaat van een spontane macromutatie bij teosinte (9.200 jaar geleden), waar vervolgens door de mens verder op werd geselecteerd.

Gedomesticeerde soorten laten meer variatie laten zien dan hun wilde voorouders. Onze honden, die afstammen van een uitgestorven wilde hondensoort uit het Midden-Oosten, hebben een lange juveniele periode met uitgestelde rijping van de hersenen; dat is de reden dat ze zich goed aan de menselijke omgeving kunnen aanpassen.

Landbouwhuisdieren brachten ook allerlei ziektes en parasieten met zich mee die vervolgens oversprongen op de mens. Men noemt dit een zoönose. Het houden van dieren had dus ook nadelen.