Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Zwitserlevengevoel

betekenis & definitie

Zwitserlevengevoel - het zonder zorgen genieten van het leven. Oorspronkelijk de reclameslogan van het verzekeringsbedrijf Zwitserleven. Kees Brusse maakte de kreet, waarmee een bepaalde pensioenverzekering werd aangeprezen, populair bij het grote publiek. → -gevoel.

Ik heb geen weet van het zogenaamde oranjegevoel, mijn gevoelens hebben geen kleur, het veelgeprezen countrygevoel zegt mij even weinig als anderzijds het stadsgevoel, ik ken alleen maar het stadsgewoel, en ook het Zwitserlevengevoel is mij als autochtone Nederlander volslagen vreemd. Driek van Wissen: Mooi is anders, 1995

Zwitserlevengevoel. Weergave van het gevoel ‘lekker in zijn/haar vel te steken’; overgenomen uit een reclamespot. Imitatietaal. Hans Auer: Zeg nooit doei, 1995

Maar buiten de politiek laten ouderen zich gewillig uitrangeren. De overheersende mentaliteit is: hoe eerder stoppen met werken, hoe beter. Advertenties en reclamespotjes van verzekeraars braken het uit: niet-werken als gelukzalig eindstation, het Zwitserlevengevoel. Elsevier, 21-06-97

Hij grijnst: ‘Aan mij zul je geen geld verdienen! Kijk, dat is nou mijn Zwitserlevengevoel!’ HP/De Tijd, 04-07-97

Klashorsts ‘Zwitserleven-gevoel’ is duidelijk het mijne niet. HP/De Tijd, 18-07-97

Word je lastig gevallen met de problemen van een ander en wie wil dat nou nog in het tijdperk van het Zwitserlevengevoel. Opzij, december 1997

Zij genieten straks de goede pensioenen en uitstekende verzekeringsuitkeringen, en zullen dan het Zwitserleven-gevoel verbeelden. Trouw, 27-02-98

< >