Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Solo

betekenis & definitie

Solo - vrijgezel; iemand zonder vaste levenspartner. → single.

Het gaat goed met de solocafés, stijldansavonden en single clubs - steeds meer mensen scheiden steeds jonger. Solo’s gaan samen naar de film en eten, wandelen en dansen in groepsverband - op zoek naar iemand die dat allemaal overbodig zal maken. Vrij Nederland, 16-03-91

< >