Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Samenwonen; samenwoning

betekenis & definitie

Samenwonen; samenwoning - in de politiek: het samen regeren door twee ideologisch verschillende partijen. Nederlandse term voor cohabitation.

Franse samenwoning verloopt onverwacht soepel. NRC Handelsblad, 09-05-86

In het vakantieland bij uitstek hebben de socialistische president en de conservatieve eerste minister het zeer moeilijk met hun ‘samenwoning’. Haagse Post, 16-08-86

Zowel binnen de regering als tussen de ‘samenwonende’ socialistische president Mitterrand en de behoudsgezinde premier Chirac groeide het besef dat Frankrijk er fout aan deed om de Iraanse leiders, wier taktische behendigheid zeker niet onderschat mag worden, op verdeeldheden binnen het Franse bewind te laten inspelen. De Standaard, 18-07-87