Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 14-06-2017

Koppeling

betekenis & definitie

Koppeling - gelijke verdeling van de welvaart door het relateren van de hoogte van uitkeringen aan loonsverhogingen. Men onderscheidt de verticale koppeling, die het minimumloon en de uitkeringen koppelt aan de gemiddelde contractloonstijging, en de horizontale koppeling, die de laagste netto-uitkeringen gelijk houdt aan het nettominimumloon.

Koppeling: Verband tussen twee sociaal-economische grootheden. De koppeling van de uitkeringen aan de gemiddelde stijging van de cao-lonen is een bekend voorbeeld. De wet zegt dat als de bruto cao-lonen gemiddeld met 3% stijgen, ook de sociale uitkeringen een half jaar bruto met 3% moeten worden verhoogd (brutokoppeling). Dit wetsartikel is overigens sinds 1980 voortdurend via noodwetjes buiten werking gesteld. Marco Bunge: Politiek woordenboek, 1985

Enige weken geleden rakelde De Vries in het kabinet de discussie over de koppeling op. de Volkskrant, 16-11-90

En nogmaals: we moeten niet vergeten dat dankzij de PvdA de koppeling er nog is. Voor het CDA had die al niet in het regeerakkoord gehoeven. En het CDA lanceert om de zoveel tijd weer een nieuwe aanval op die koppeling. Nieuwe Revu, 50-05-91

De ‘koppeling’ is de verzamelterm voor de politieke wens de inkomensontwikkeling van ambtenaren, trendvolgers en uitkeringsgerechtigden te koppelen aan de ontwikkeling van de CAO-lonen in het bedrijfsleven. Mogen op deze regel uitzonderingen worden gemaakt dan is er sprake van een semi-automatische koppeling. Beslist de overheid van jaar op jaar, dan spreekt men van een beleidsmatige koppeling. Over de ‘koppeling’ worden voortdurend verhitte debatten gevoerd. In de zomer van 1991 werd de koppeling door het kabinet Lubbers-Kok losgelaten. Dick Houwaart en Willem Breedveld: Bestuurder staal, 1991

< >