Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 13-06-2017

Hangpuntenbrief

betekenis & definitie

Hangpuntenbrief - notitie van de minister van Financiën aan de Tweede Kamer waarin begrotingsproblemen worden voorgelegd.

Bij het jaarlijks overleg tussen de ministers over de uitgaven van de Rijksbegroting voor het nieuwe jaar, een overleg dat meestal in de maand juli plaatsheeft, slaagt men er niet altijd in alle problemen in één of meer vergaderingen op te lossen. Na afloop schrijft de minister van Financiën dan een brief aan zijn collega’s, waarin de onopgeloste begrotingsproblemen worden opgesomd. Die brief wordt de hangpuntenbrief genoemd. Voor goed begrip: dit overleg in de maand juli gaat meestal alleen over de uitgaven. Eind augustus/begin september, wanneer de ministers weer terug zijn van vakantie, wordt de inkomstenkant van de Rijksbegroting besproken. De term hangpuntenbrief wordt overigens ook wel gebruikt als er bij andere politieke zaken kwesties moeten blijven liggen. Dick Houwaart en Willem Breedveld: Bestuurderstaal. Een staatkundig en politiek woordenboek, 1991

Maar Lubbers heeft haast. Zijn kabinet spoedt zich van ‘kaderbrief’ naar ‘voorjaarsnota’, van ‘KONINGINNE-MEV’ naar ‘hangpuntenbrief’. Vrij Nederland, 23-07-92

Eindelijk hangt er het hele jaar een crisissfeer. De Kaderbrief, de Hangpuntenbrief en de Augustusbrief leveren voortdurend spannende sessies op. Elsevier, 14-08-93

Hangpuntenbrief: Nota die de minister van financiën eind juni rondstuurt met het oog op de besprekingen over de nieuwe begroting. Ook wel ‘Juni-circulaire’ genoemd. Bevat een overzicht van de problemen die in het overleg tussen hem en zijn vakcollega’s nog niet zijn opgelost en daarom in de voltallige ministerraad moeten worden besproken. Roelof Bos: Politiek woordenboek, 1991