Hacker - (Eng.), computerkraker; iemand die zich met behulp van een modem illegaal toegang verschaft tot computers die via het telefoonnet bereikbaar zijn (het hacken). Pejoratief. In de Amerikaanse computerterminologie heeft het woord niet noodzakelijk een pejoratieve connotatie. Daar staat het ook voor een ‘enthousiast computerfanaat’. Hackers zien zichzelf als de beoefenaars van een educatieve sport; in de ogen van buitenstaanders zijn ze echter vaak een bron van ergernis en worden ze beschouwd als criminelen.
Voor een bedreven hacker bestaat er gewoon geen enkel programma dat hij niet kan kraken. Knack, 03-07-85
Ik ben begonnen als computerkraker, een ‘hacker’, zoals dat heet. de Volkskrant, 30-05-87
In een periode van zes weken voor Kerstmis vorig jaar is de slecht beveiligde telefooncentrale in Kopenhagen gebruikt door ‘hackers’, zoals computerkrakers in Duitsland worden genoemd. de Volkskrant, 10-09-88
‘Wij zijn geen terroristen, maar hackers. Computerkrakers,’ antwoordt Stephen Wernéry, woordvoerder van de Duitse CCC of ‘Chaos Computer Club’ op de vraag of hij de Belgische CCC kent. De Morgen, 24-09-88
Een student aan de Tilburgse universiteit betrapte vorige week zogenoemde hackers, die met behulp van het Amsterdamse rekencentrum aan het inbreken waren. Het Parool, 04-05-91
Hackers hebben weinig respect voor sloten (op deuren of computers) en nog minder voor bureaucratie, vooral als de bureaucraten geen verstand hebben van techniek. Kijk, mei 1995
Waar een wil is, vindt ‘de hacker’ een weg - en de nieuwe Internet-taal Java maakt die dreiging zeker niet kleiner. Computer!Totaal, december 1996
Hoewel de huidige generatie hackers veel minder ethisch is dan de oude, geloof ik van de meesten niet dat ze zouden samenwerken met terroristen. Nieuwe Revu, 15-01-97