Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Glossy

betekenis & definitie

(Eng.glanzend’), als zelfstandig naamwoord: chic en duur tijdschrift op glanzend papier en met veel foto’s. Bekende voorbeelden zijn Cosmopolitan, Avenue en Elegance.

Marie Claire noemt zichzelf een ‘weldenkende glossy’. Het Parool, 24-02-90

Elle gelooft daar heilig in, en blaast het geheel op tot een wijvenruzie van ongekende proportie, waar de traditionele waterscheiding tussen moderedactrices van glossies en die van dagbladen niet vreemd aan zal zijn. de Volkskrant, 24-08-91

Het tijdschrift Elegance, of zoals Margriet Dolman het tijdens het jubileumfeest uitsprak: ‘Eeléeghanze’, viert deze maand z’n vijftigste jaargang. De oudste glossy van Nederland poetste zich voor de gelegenheid extra op, al was het alleen maar om te laten zien dat Elegance echt niet alleen een blad is ‘dat je bij de kapper leest’. Trouw, 12-11-93

De ‘glossies’ (zowel voor mannen als vrouwen) hebben het over manieren om de ander te versieren en over hoe je de beste seks kunt hebben. De Morgen, 28-09-96

Ze doet veel catalogus-werk in Duitsland, ze haalt het nieuws met haar badmode-campagne voor H & M (weer veel kapotte bushokjes in heel Europa) en nu, in 1996, heeft ze zelfs in Amerika de voorplaat van glossy’s als GQ en Sports Illustrated gehaald. Nieuwe Revu, 04-12-96

Ik lees te weinig glossy’s, zelfs niet die waarin foto’s van mezelf staan. Lydia Rood: Gedeelde genoegens, 1996

Glossy’s staan bol van de beeldschone foto’s. Elsevier, 29-03-97

als bijvoeglijk naamwoord: op glanzend papier; chic; duur.

... institutionalisering via ‘glossy’ magazines. Oor, 19-04-86

Forse oplages op de ‘glossy’ magazine-markt. NRCHandelsblad, 22-12-86

... de ‘glossy’ Amerikaanse tijdschriften - zoals Harper en Cosmopolitan. Elsevier, 30-03-87

< >