Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

e-mail

betekenis & definitie

e-mail - (Eng. electronic mail), telecommunicatiesysteem waarbij gebruikers van een netwerk elkaar boodschappen kunnen sturen; elektronische post. Deelnemers typen hun boodschappen in met een tekstverwerker en ‘verzenden’ deze brieven vervolgens via een modem. De geadresseerde neemt de brief in ontvangst door de centrale computer op te roepen en een wachtwoord in te tikken. Voordeel van elektronische post is dat de correspondent niet aanwezig hoeft te zijn op het ogenblik van verzending: het bericht blijft in de ‘elektronische brievenbus’ tot het gelezen wordt. Een ander voordeel is de snelheid: binnen enkele seconden is een brief op de plaats van bestemming; dit in tegenstelling tot de normale post, die vaak spottend snail mail ‘slakkenpost’ wordt genoemd. E-mail bestaat al sinds het begin van Internet en is al die tijd enorm populair gebleven. Als Nederlandse benaming duikt sinds de tweede helft van de jaren negentig de term e-post op. → bulletinboard.

E-mail (e-post): afkorting van ‘electronic mail’; het verzenden van persoonlijke boodschappen tussen deelnemers aan een netwerk van computers onderling. De boodschappen worden op een centraal punt in het netwerk bewaard en zijn alleen voor diegene leesbaar aan wie ze geadresseerd zijn. Liesbeth Koenen en Rik Smits: Peptalk, 1992.

Elektronische post, ofte wel e-mail, in een kantoor is een subcultuur die zijn weerga niet kent. de Volkskrant, 05-02-94

Je gaat het E-mail-menu van de universiteit binnen en er zijn twee opties: Oxford en ‘the world’. Vrij Nederland, 17-09-94

Het aantal aanvragen voor een e-mailadres is de laatste maanden sky high gegaan. Wave, oktober 1994

Soms gebeurt het dat mensen elkaar in een gemeenschappelijke ruimte ontmoeten, elkaar aardig vinden en dan hun E-mail (elektronische post)- adres uitwisselen waardoor ze privé bij elkaar op bezoek kunnen. Nieuwe Revu, 02-11-94

E-mail is de afkorting voor het mail-systeem dat het meest gebruikte onderdeel van Internet vormt. Met dit systeem kun je berichten versturen naar gebruikers overal in de wereld. Om iemand te bereiken moet je wel zijn of haar adres hebben. Een adres is meestal als volgt opgebouwd: de login-naam gevolgd door een apestaartje (@) en de naam van de provider (leverancier van de Internet-service). Heb je als login-naam Jansen op de machine hub, met als service-provider gds.nl., dan is het mail-adres jansen@hub.gds.nl. PC Consument, januari 1995

En bovendien, maar dat onthulde ik haar niet, zouden ze mij instrueren hoe ik mijn combinatie modem-E-mail moest gebruiken. Opzij, maart 1995

E-mail versturen lijkt eenvoudig. Tekstje intikken, provider bellen en klaar is Cyberkees. Zink, juni 1996