Bloed aan de paal - (soms met de toevoeging darmen in het net), informeel voor ‘met zeer grote inzet’. De uitdrukking werd al in de jaren zeventig gebruikt in de voetbalsport, maar raakte pas in de jaren tachtig algemeen ingeburgerd. Ook meer algemeen voor ‘agressie, geweld; bloederige taferelen’.
’t Werd geen bloed aan de paal met die twee: Lou Van Dyck en Pim Jacobs. Ze hebben het pianistisch gesproken netjes en smaakvol gehouden, maar wel swingend. Cosmopolitan, december 1984
Er is hier iemand met een waanzinnige snee in z’n hoofd. Of z’n broer hem snel wil komen ophalen, want als wij ergens een hekel aan hebben is het wel bloed aan de paal. Nieuwe Revu, 18-10-90
Als keeper van een Haags ijshockeyteam leerde deze chirurg al vroeg de smaak van bloed aan de paal kennen. Elsevier, 11-04-92
Van Ingen waarschuwt zijn sneerders & schimpscheuten alvast: geen van deze uitzendingen zal een spetterend ‘bloed aan de paal’-treffen worden. Trouw, 03-07-93
Vraatzuchtige reuzeninktvissen, een scheermesmoordenaar, rondfladderende vampieren en bloed aan de paal: in Amsterdam werd het veertiende ‘Weekend of Terror’ gehouden. HP/De Tijd, 10-04-98
