Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

Gepubliceerd op 07-04-2020

salonpopulisme

betekenis & definitie

vorm van populisme waarbij mensen, meestal hoogopgeleiden die tot een bepaalde elite behoren of politici van partijen, meestal linkse, die als niet-populistisch gelden, die gewoonlijk neerkijken op populisten zich zelf ook schuldig maken aan populistische uitspraken of zich populistisch gedragen, waarbij zij vooral neerkijken op andere politici, maar zelf niet actief iets doen om de politieke situatie die voor hen onbevredigend is te veranderen; zogenaamd chic populisme

"Een van de basisingrediënten van het salonpopulisme is de gedachte dat Den Haag er niet meer toe doet. De werkelijke beslissingen worden elders genomen. Maar vertel maar eens aan ouders wier kind speciaal onderwijs geniet dat Den Haag er niet toe doet, noch de bezuinigingen."
http://www.nrc.nl/nieuws/2013/09/11/het-vernietigende-werk-van-de-salonpopulist/,

Een paar weken geleden verscheen het boek Wij begrijpen elkaar uitstekend van NRC-journalist Pieter van Os. In dat boek [...] signaleert Van Os de opkomst van wat hij het 'salonpopulisme' noemt. Onder dat salonpopulisme verstaat hij een chique vorm van populisme, niet uitgedragen door partijen als de PVV of de SP, maar door politici van gevestigde politieke partijen en journalisten van kwaliteitskranten.
(onbekend)