Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

Gepubliceerd op 07-04-2020

ecofobie

betekenis & definitie

ziekelijke afkeer van alles wat eigen is, met name een afkeer van de eigen cultuur

Ecofobie, ook wel oikofobie genoemd, is een ziekelijke afkeer van het eigene. De Britse filosoof Roger Scruton spreekt van 'oikofobie', hij gebruikt dit woord als antoniem en tegenovergestelde van xenofobie: niet een ziekelijke angst voor het vreemde, maar een afkeer van het eigene.
http://nl.dbpedia.org/page/Ecofobie

Voor de milieubeweging met haar doemverhalen over klimaatverandering is er een interessante waarschuwing. Met video's op school leren kinderen tegenwoordig dat, terwijl ze kijken, "meer dan vierduizend vierkante hectare regenwoud wordt gekapt voor koeien die vlees voor hamburgers produceren." Met als idee dat kinderen zo opgroeien tot zorgzame burgers met de aarde. Het omgekeerde is waarschijnlijk het geval: "Bij gebrek aan direct contact met de natuur gaan kinderen haar associëren met angst en rampspoed in plaats van met plezier en verwondering." Oftewel ze krijgen last van "ecofobie". En zonder verwondering vergeten grote én kleine mensen het prachtige weefsel waarvan we als levende wezens onderdeel zijn.
http://www.milieudefensie.nl/publicaties/down-to-earth-magazine/2007/oktober-2007/scharrelkinderen-zonder-ecofobie-pdf