Wat is de betekenis van afkeer?

afkeer - Zelfstandignaamwoord afkeer - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkeren ♢... dat ik afkeer Woordherkomst uit het Duits Synoniemen aversie, weerzin

afkeer - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-keer 1. gevoel dat je iets erg afstotend, vies, vervelend vindt ♢ ik heb een afkeer van hutspot Zelfstandig naamwoord: af-keer de afkeer Synoniemen afgrijze...

gevoel van weersin; afgekeer; wegdraai; afwend.

s., ôfkear, mier (it), tsjinnichheit, tsjinnigens, wjersin, wjeraks(el), wearze, wêrze, walch, walge, argewaesje ergewaesje; een — hebben van, de munt hawwe op, it mier hawwe oan, de pûst hawwe oan; iemands — wekken, immen ôfkeare.

...

m., g. mv., een sterk gevoel van weerzin (jegens personen, voorwerpen of handelingen die men niet lijden kan) : een af keer van liegen hebben ; een af keer tonen van; afkeer opwekken, inboezemen voor of tegen iem. of iets.

Passieve haat.

m., afschrik, weerzin: afkeer tonen, opwekken, verwekken, inboezemen, krijgen van.

('af) m. sterke weerzin : een van liegen hebben; inboezemen, verwerken, tonen voor of tegen iemand of iets. Syn. ➝ afgrijzen. Tgst. lust.