Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Nijdig (of kwaad) als eene spin

betekenis & definitie

Ook wel: het is een nijdige spin; kwaadaardig of boos als eene spin; ook hij was spin; spinnijdig (in Jord. II, 355), d.i. geweldig boos. ‘Het is bekend, dat de groote vrouwelijke spin, na de paring, somtijds het kleine mannetje doodt en opeet’ (vgl. Volkskunde, 23, 29; Chomel, II, 1017: De spinnen zich onder elkander opvreten; vooral vreten de grote de kleinen op; Grimm X, 2512); vandaar deze zegswijze.

Eveneens zeide men vroeger ‘kwaad als eene baars’, een visch, die om de gretigheid bekend is, waarmede hij in den worm bijt. In de 16de eeuw, in Marken van Nieumeghen, vs. 406, lezen we: Ic swelle van quaetheyt als een spinne; voor de 17de eeuw vergelijke men Van Moerk. 355: 'k Ben soo quaat as een spin; zie verder Van Effen, Spect IX, 120: Zoo boos als een spin; ook Tuinman I, 275 citeert: zy is zoo boos als een spin; C. Wildsch. V, 109: spinnig boos; Sewel, 740: Hy was zo boos als een spin, he was veryangy Harreb. II, 290 a; Nest, 72: Gut mensch, je kijkt zoo kwaad als een spin; V.v.d.D. 164: M'n advokaat keek als 'n spin dat ik 'm daar een lesje stond te geven; fri. sa nidich as in spin; hd. spinnefeind (bij Pers 151 b; 751 a: spinnevyant); oostfri. 277: spinnedül; 'n spin fan 'n wïf; sê is 'n spin. Hiernaast kent men in Friesland: sa lilk as in toerre (tor), as in baerch (varken), as in tiger; in Zuid-Nederland: zoo kwaad als eene horzel, een krekel, een musch, een ekster, een ragaal, een hoppe (Joos, 22; Schuermans, 195 b; 294 a; Antw. Idiot. 578); eng. as angry as a wasp.