Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Met hangende pootjes

betekenis & definitie

D.w.z. deemoedig, ootmoedig, nederig, vooral in de uitdr. met hangende pootjes bij iemand komen, - terugkomen; vooral van iemand die gedwongen is zijn tegenstand op te geven; eig. gezegd van een hond, die met hangende pootjes opzit om iets te vragen, te bedelen.

Vgl. Degeestige werken vanAern. v. Overbeke (anno 1678), bl. 131:Horatius, die in

Lollius sijn witte-brootjes

Sulcken smaeck en voedtsel von,

Dat hy wel met hangend' pootjes

Voor hem fraey opsitten kon.

Halma, 205: Met hangende pootjes opzitten, demander quelque chose de quelqu'un avec toute sorte d'humiliation; Sewel, 316: Met hangende pootjes opzitten (soebatten), to submit, to be a good child, to do what one is bid; Harreb. II, 194: Hij zal wel met hangende pootjes terugkomen; V.v.d.D. 51: Die andere jatters (dieven), die werden soms door hun moeder nog beklaagd zelfs, wanneer z'n paar dagen aan de zwerf waren geweest, om thuis weer met hangende pootjes aan te komen; Ten Doornk. Koolm. II, 748 a: mit hangende poten (od. potjes) kamen naast met slepende peken weerkamen (Dirksen, I, 76. Syn. met hangende oortjes in De Telegraaf, 2 Febr. (avondbl.) 1915, p. 2 k. 2: Met hangende oortjes terugkeeren naar het vaderland. Harreb. I, 342 geeft als syn. hij komt met hangende wieken thuis.