Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Daar hangt de schaar uit

betekenis & definitie

D.w.z. het is daar duur, men wordt daar gesneden.

Inderdaad hing bij kleermakers een schaaf uit, dikwijls verguld. Daar de snijers bekend stonden als oneerlijke menschen, die 't laken door 't oog van de schaar haalden, kreeg de uitdr. daar hangt de schaar uit, de bet. van: daar wordt men gesneden, afgezet. Ook de herbergiers en tappers stonden om hun oneerlijke praktijken minder gunstig bekend, zoodat ook van herbergen kon gezegd worden, dat er de schaar uithing. Voor bewijsplaatsen vgl. Winschooten, 221: Daar hangt de schaar uit, te weeten, op sulk een plaats, daar men gesnooten werd, gelijk sommige waarden daar van een handje hebben. Vgl. ook Langendijk, Wisk. 109 (Pantheon); Kluchtspel III, 14:Dan, het sel mijn heugen, dat ick tot Mr. Joris hier in de schaer heb geweest!

Mijn gelt quijt! mijn gelt, pots wongder!

Tuinman I, 73: De scheer hangt daar uit ‘Dit zegt men van eene herberg, daar de waard wel kan rekenen, en dus zijne gasten, gelijk de schaapen, scheeren van hunne wol, dat is, den buidel van zyn vulsel’. Vgl. Sewel, 695: Daar hangt de schaer uit, daar wordt men lustig gesneden, that's a cut-throat place; Halma, 561: Men scheert duivelsch of lustig in die herberge, on écorche diantrement les gens dans cette auberge; II, 836: on est logé ici a l'étrille, men ligt hier in de roskam (wij zeggen in de schaar) thuis, dat is, in eene zeer duure herberg; Harreb. II, 240; Antw. Idiot. 2012: daar hangt de scheer uit, op eenen winkel waar men de klanten scheert, d.i. te veel doet betalen; Rutten, 199: scheer, gierig wijf: de scheer hangt daar ut, daar verkoopt men duur; het fri.: hy het myyn 'e skjirre hawn, hij heeft mij

tusschen de schaar gehad, grof laten betalen. Zie ‘In den aap gelogeerd zijn’.